MachineTranslation* versus HumanTranslation… in Literatuur

*MT, mind you, not the same thing as ComputerAssistedTranslation. Daar ga ik het een andere keer over hebben.

 

3 Nederlandse vertalingen van 1 Engels literair verhaal

1 menselijke vertaler, 1 vertaalmachine en 1 post-editor

De grote vraag: als het om literatuur gaat, hoe belangrijk is dan een menselijke vertaler voor de leesbeleving van de lezer? Kan een vertaalmachine het af? Of een vertaalmachineproduct, overgoten met de redactionele saus van een post-editor? Wat vindt de lezer?

 

De bedoeling is dat ik alle drie de vertalingen nakijk, beoordeel, corrigeer. En dat ik er de vondsten en de fouten uithaal en die stuk voor stuk categoriseer en voorzie van een waardering: hoe erg, hoe mooi. Wie de menselijke vertaler is en wie de machine: moi j'en sais rien. Een leuk potje #zoekdemol, én een uitgelezen kans om te zien wat een vertaalmachine ervan bakt, én wat de waarde is van post-editing, én hoe lezers in de literatuur staan, wat ze nou eigenlijk willen als ze een verhaal oppakken. Ja, ik wil.

 

 

 

‘En de correcties, hoe wil je die?’ vraag ik. ‘Wil je alleen foutloze Nederlandse teksten,

of wil je dat ze van dezelfde literaire kwaliteit zijn als de brontekst? ’

 

 

 

We hebben van tevoren overleg. De onderzoeker licht de classificaties van fouten toe en wat de verschillende zwaartes inhouden. Er rinkelt vaag een alarmbelletje als ze vertelt wat ze onder critical verstaat. Een vertaalfout is kritiek als die levens in gevaar brengt, zegt ze, bijvoorbeeld in medische vertalingen. Dat geldt natuurlijk niet voor literaire vertalingen, daar is een fout natuurlijk nooit echt kritiek, maar misschien als een woord of een term het lezerspubliek beledigt. Discrimineert, of zo. Of als de auteur er schade door lijdt, er juridische problemen door zou kunnen krijgen.

 

Hm.

 

Krijgt een auteur juridische problemen als de vertaling van zijn verhaal kant noch wal raakt?

Als je als lezer niet eens weet wat je leest? Welnee. Lijdt hij/zij er schade door?

 

Nouou…

 

Is het hele punt van een literaire vertaling – want: verhaal – niet dat de lezer in de doeltaal ongeveer dezelfde ervaring heeft als de lezer in de brontaal? Wat doet een rukvertaling met de reputatie van de auteur? Van de uitgever? Van de vertaler? In wat voor licht stel je het vak van literair vertalen als jij lezers afscheept met een boel geklungel en daar nog het formele etiketje ‘literatuur’ op plakt ook? Knollen voor citroenen? Wat was ook weer de definitie van oplichting? Dus zeg het maar: zijn kritieke vertaalfouten niet gewoon de fouten die het beoogde doel van een vertaling onherstelbare schade toebrengen? De tirade spreek ik niet uit, hoor, wees gerust.

Ik vraag of het in orde is dat ik mijn eigen waarderingssysteem volg en de zaak aanlever met een bijsluiter. Dat is in orde.

 

‘Wil je dat ik de vertalingen louter bekijk als Nederlandse teksten?’ vraag ik. ‘Want dat betekent dat ik de brontekst aan de kant schuif, dat ik die er alleen bij pak als de Nederlandse tekst rare dingen doet. Of wil je dat ik de vertaling als vertaling bekijk, dat ik die zin voor zin naast de brontekst hou en alle verschuivingen die van invloed zijn noteer? En de correcties, hoe wil je die? Wil je alleen foutloze Nederlandse teksten, of wil je dat ze van dezelfde literaire kwaliteit worden als de brontekst? Afhankelijk van de kwaliteit kan dat verschil maken voor de uren.’

 

‘Nonono, don’t discard the source text!’ roept ze. En: ‘Yes, please bring the translations up to par with the original!’

 

All right, then, let the games begin, and may the odds be ever in your…

Tekst A is een doodgeknuppelde versie van het origineel. Je ziet hem zo in het licht van een eenzame straatlantaarn liggen, bont en blauw, in een poel van bloed. Het bronverhaal steekt en pareert en knokt zijn best met scherp sarcasme en bot cynisme. Tekst A… laat weten dat dat waarschijnlijk het geval is geweest.

 

Het bronverhaal staat ook bol van de verwijzingen naar vertrouwde merknamen, bekende popsongs, beroemde boeken, net enterhaakjes naar de echte wereld. Een Amerikaanse literatuurlezer zou er zeker 80 procent van probleemloos thuisbrengen, al stamt het verhaal uit de jaren zestig, en de verwijzingen versterken het kritische protest.

 

Sterker nog, als je een kort verhaal impact wilt geven, dan heb je de snelle dolkstoten van verwijzingen nodig, anders had je er net zo goed een roman van kunnen maken, niewaar?

In tekst A zijn ze lauwtjes omgezet in Nederlandse woorden die niet per se verbandhouden met merknamen, popsongs of boeken: weg enterhaakjes, weg kort-verhaal-laagjes.

 

Mens of machien? denk ik bij mezelf. Als dit van een machine komt, is het verduveld knap.

Hier valt mee te werken. Hier valt nog wat van te maken.

 

 

‘Corrigeren? In lijn brengen met de kwaliteit van de brontekst? Je maakt een geintje, zeker.’

 

 

Maar tekst B blijkt de machinetekst: grammatica, woordkeus, stijl, verwijzingen, toon… Corrigeren? In lijn brengen met de kwaliteit van de brontekst? Je maakt een geintje, zeker.

Het wordt ook duidelijk dat tekst A de post-edited-versie is van de machinevertaling. Het valt natuurlijk ook niet mee om de doden tot leven te wekken, de gemiddelde voodoopriester kan erover meepraten. De post-editor heeft zijn/haar best gedaan, maar de post-edited-versie heeft zelf nog het post-editing nodig van een bonafide vertaler voordat je weer in de buurt komt van het bronverhaal. Wat dan een onnodig omslachtige werkwijze kan worden genoemd, denk ik in mijn optimisme. Of mijn arrogantie. Ik heb mijn hoop namelijk gevestigd op tekst C. Die moet van een mens zijn. Dat moet wel. En die is Dus Vast Beter.

 

Tekst C is (vermoedelijk) van een mens. Vermoedelijk. De paar vondsten wijken te ver af van de machinevertaling. De fouten zijn zelfs voor een machine te zonderling. Maar het zou ook de post-edited-versie kunnen zijn. Van een beginneling. De stijl jojoot op en neer tussen popi en formeel, en blijft af en toe hangen bij onzinnig. Dingen waar een beetje vertaler met zijn/haar tengels van afblijft hebben iets Nederlandsachtigs gekregen – denk Federal Bureau of Investigation, dat dan Federaal Bureau voor Onderzoek zou heten – en alle culturele verwijzingen zijn ook hier verdwenen. Ja, dit was de mens, besluit ik.

 

Mijn grote vraag is wel hoe valide dit wetenschappelijke onderzoek is. Als je wilt weten hoe lezers reageren op een machinevertaling van literatuur of een menselijke literaire vertaling, moet die menselijke literaire vertaling dan niet minimaal van professioneel niveau zijn? Zeg maar iets waarmee lezers daadwerkelijk geconfronteerd zouden kunnen worden?

 

Maar ik hou er interessante lesstof aan over voor de volgende collegereeks aan de Vertalersvakschool.

 

De Vertalerij

Wat we doen

Wie we zijn

Literair Vertaalatelier

de Ateliers

Gastlessen

Agenda